Op basis van een analyse van de ideaalbeelden gepropageerd in laatnegentiende-eeuwse prijsboeken wordt onderzocht wat een West-Vlaamse scholier moest doen en denken om voor een goede katholieke (jonge)man door te gaan. Mannelijkheid, ook begrepen als het proces van manwording, staat hierbij centraal.
In dit artikel wordt de relatie tussen kardinaal Van Roey en de Duitse bezetter tijdens de Tweede Wereldoorlog vanuit een nieuw, dynamisch onderhandelingsperspectief bekeken. Meer bepaald worden de aard en de context van de Duitse verordeningen betreffende de oprichting en uitbreiding van vrije scholen in België onderzocht.